hoofdstuk 2
Vordering schadevergoeding benadeelde partij
chapter 2
Compensation claims by injured parties
Net als in de rest van de EU is het in het Nederlandse rechtssysteem mogelijk om als slachtoffer van een misdrijf schadevergoeding te eisen van de dader(s). Als het slachtoffer is omgekomen, mag de nabestaande schadevergoeding eisen. Het slachtoffer of de nabestaande kan de rechtbank waar het strafproces tegen de verdachte(n) plaatsvindt verzoeken om een vordering tot schadevergoeding toe te voegen aan het strafproces, zodat zij niet zelf een afzonderlijke civielrechtelijke procedure hoeven te voeren tegen de verdachte(n) bij weer andere rechters. Dit heet een voegingsprocedure omdat de civielrechtelijke vordering tot schadevergoeding wordt toegevoegd aan het strafproces.
In totaal hebben 301 MH17-nabestaanden een vordering tot schadevergoeding ingediend tegen de vier verdachten en de rechtbank verzocht om dit gedurende het strafproces te behandelen.
Waar in hoofdstuk 1 het strafproces zelf werd besproken, gaat dit hoofdstuk in op deze vorderingen tot schadevergoeding van de nabestaanden en de voegingsprocedure. Daarin wordt eerst uitgelegd wat de voegingsprocedure is, welke actoren centraal staan, de tijdlijn van de voegingsprocedure, de verschillende procesfasen, welke remedies de rechtbank kan opleggen en hoe het vonnis ten uitvoer kan worden gelegd.
Terug naar boven
Een slachtoffer van een misdrijf die schade heeft geleden die rechtstreeks door het misdrijf is veroorzaakt, is niet alleen een “slachtoffer” in het strafrechtelijke proces, maar is, als hij of zij een vordering voor schadevergoeding indient, ook civielrechtelijk (dat hetzelfde betekent als “privaatrechtelijk” of “burgerrechtelijk”) een “benadeelde partij.” Om het wat gemakkelijker te maken, kunnen slachtoffers/nabestaanden de strafrechter verzoeken of hun civielrechtelijke vordering tot schadevergoeding kan worden toegevoegd aan het strafproces. Dan hoeven ze niet nog een aparte juridische procedure daarvoor op te starten. Als de vordering wordt gevoegd, doet de strafrechter ook uitspraak over de schadevergoeding. Dit heet ook wel een “voeging benadeelde partij” of een “voegingsprocedure.”
In een dergelijke voegingsprocedure dient de nabestaande, als benadeelde partij, een civielrechtelijke vordering in tegen de verdachte(n) voor de schade die direct voortvloeit uit het misdrijf. Naast het strafrecht dat de rechters toepassen om de schuld van de verdachte vast te stellen, passen zij privaatrecht toe om te bepalen of de vordering tot schadevergoeding wordt toegewezen. Het privaatrecht (of burgerlijk recht) is het rechtsgebied dat geschillen tussen mensen regelt: in het geval van MH17 is dat een geschil tussen de nabestaanden en de verdachten over de schade die zij zouden hebben veroorzaakt bij de nabestaanden.
Om een vordering tot schadevergoeding toe te kunnen wijzen, moet de verdachte schuldig zijn bevonden, moet de nabestaande rechtstreeks zijn getroffen door de schade en moet de schade een direct gevolg zijn van het misdrijf waarvoor de verdachte schuldig is bevonden. Daarnaast moet de vordering duidelijk en voldoende onderbouwd zijn en geen onevenredige belasting vormen voor het strafproces. Als het wel een onevenredige belasting is voor de rest van het strafproces, is het de bedoeling dat slachtoffers/nabestaanden een aparte procedure volgen zodat het niet in de weg staat aan de voortgang van het strafproces. Of een vordering een onevenredige belasting is, hangt af van de specifieke omstandigheden van de zaak.
Europese Unierecht (de Rome II-verordening) bepaalt dat in beginsel het recht van het land waar de schade is veroorzaakt van toepassing is op een vordering voor schadevergoeding. Aangezien MH17 in Oost-Oekraïne is neergestort, lijkt het Oekraïense civiele recht dus van toepassing op dit specifieke onderdeel van het proces. Dit betekent dat de Nederlandse rechters dan Oekraïens recht toepassen bij de behandeling van de schadeclaims. De rechtbank heeft voorlopig geaccepteerd dat Oekraïens recht mogelijk van toepassing is, maar zal hier pas in het vonnis een definitieve uitspraak over doen.
Terug naar boven
Aangezien een voegingsprocedure deel uitmaakt van het strafproces, zijn de actoren grotendeels dezelfde zoals al besproken in hoofdstuk 1. In de voegingsprocedure heeft het slachtoffer of de nabestaande echter een andere rol dan tijdens de rest van het strafproces, namelijk die van “benadeelde partij.”
De wet (zowel Nederlands als Oekraïens recht) stelt beperkingen aan wie als benadeelde partij kwalificeert. Wie schadevergoeding mogen eisen, hangt ook af van de vraag wat voor soort schade wordt geëist. Het type schade waarvoor de MH17-nabestaanden vergoeding vorderen heet onder Oekraïens recht “moral damages” en is vergelijkbaar met wat onder Nederlands recht immateriële schade of smartengeld heet. Onder Oekraïens recht kan dit type schadevergoeding worden gevorderd door de echtgenoot; de partner die met de overledene in hetzelfde huishouden woont; de ouders, adoptieouders of voogd; de kinderen en geadopteerde kinderen; en de personen die in hetzelfde huishouden als het slachtoffer wonen.
Terwijl volgens het Nederlandse burgerlijk recht de geregistreerde partner en gehuwde partners van hetzelfde geslacht ook als benadeelde partij worden erkend, erkent de Oekraïense wet partnerschappen van hetzelfde geslacht niet op dezelfde wijze. Dit kan er dus toe leiden dat partners van hetzelfde geslacht geen schadevergoeding kunnen krijgen. De advocaten van de nabestaanden betogen daarom dat de Oekraïense wet zo moet worden uitgelegd dat geen onderscheid wordt gemaakt tussen partners van gelijk en verschillend geslacht. Als de rechter het daar niet mee eens is, betogen zij dat de Nederlandse strafrechter op dit specifieke punt het Oekraïense recht terzijde dient te schuiven omdat dan het fundamentele recht op gelijke behandeling voor moet gaan en het een schending van mensenrechten zou zijn om dat niet te doen.
Een pijnlijk punt voor een aanzienlijke groep nabestaanden is dat volgens Oekraïens recht (en ook Nederlands recht) broers en zussen die geen deel uitmaakten van het huishouden van het slachtoffer, niet in aanmerking komen voor schadevergoeding. De wet voorziet niet in een uitzondering op deze regel, ook niet als die broers en zussen bijvoorbeeld na het overlijden van het slachtoffer de zorg voor de achterblijvende gezinsleden hebben overgenomen. Enkele van de betreffende nabestaanden en de advocaten hebben aandacht gevraagd voor die uitsluiting en de hoop uitgesproken dat de wetgever dit voor toekomstige situaties wijzigt. Dit zal voor hun situatie echter niet meer uitmaken.
Terug naar boven
De tijdlijn van de schadevergoedingsvorderingen begint formeel op 13 april 2021, toen namens de eerste 290 nabestaanden de vorderingen schadevergoeding werd ingediend en deze nabestaanden “benadeelde partij” werden in de voegingsprocedure.
Echter, ook al voor 13 april 2021 werd tijdens het strafproces al regelmatig gesproken over allerlei procedurele aspecten rondom het indienen van de vorderingen tot schadevergoeding, maar ook dat het rechtsbijstandsteam toegang tot meer stukken uit het dossier wilde. De tijdlijn van de voegingsprocedure loopt dan ook parallel aan de tijdlijn van de strafzaak (zie hoofdstuk 1).
Toen het OM op 19 juni 2019 bekendmaakte vier personen in gaan vervolgen, zijn de nabestaanden geïnformeerd hoe zij een vordering tot schadevergoeding bij de rechtbank Den Haag konden indienen met het verzoek dit te voegen met het strafproces.
Op 31 augustus 2020 besloot de rechtbank dat het hun voorlopig leek dat de vorderingen schadevergoeding het strafproces niet disproportioneel zouden belasten en Oekraïens recht van toepassing lijkt te zijn. De rechtbank houdt hierbij een slag om de arm en zal pas in het vonnis definitief besluiten over deze aspecten.
In de tussenbeslissing op 25 november 2020 besliste de rechtbank dat het rechtsbijstandsteam meer stukken zou kunnen inzien. De rechtbank besloot daarbij wel dat het rechtsbijstandsteam de inhoud van die documenten met hun cliënten, de nabestaanden, mochten bespreken, maar ook dat zij dit vertrouwelijk moesten behandelen: daarom mochten de nabestaanden de stukken ook niet inzien of daarvan kopieën ontvangen. De reden daarvoor was om bepaalde identificatiegegevens van de verdachten uit de openbaarheid te houden en het recht op een eerlijk proces te beschermen. De rechtbank besloot ook dat de nabestaanden die als benadeelde partij deelnemen aan het proces informatie moeten verstrekken over de schade waarvoor vergoeding wordt gevraagd en of en in welke mate die door anderen is vergoed.
Op 13 april 2021 heeft het rechtsbijstandsteam 290 vorderingen tot schadevergoeding tegen de vier verdachten ingediend.
Op 22 april 2021 besloot de rechtbank dat de vorderingen ontvankelijk lijken te zijn (ook dit is weer een voorlopig oordeel, waar in het vonnis een definitief besluit over zal worden genomen), en dus deel zouden uitmaken van de inhoudelijke behandeling.
Op 20 mei 2021 werden nog eens negen vorderingen ingediend. Daarnaast zijn er twee schadeclaims ingediend door nabestaanden die niet worden vertegenwoordigd door het rechtsbijstandsteam. In totaal zijn daarmee 301 vorderingen tot schadevergoeding gevoegd met het strafproces.
Op 7 juni 2021 begon de inhoudelijke behandeling. In september en november spraken 105 nabestaanden in de rechtszaal de rechters toe en vertelden zij welke impact het neerhalen van MH17 op hun heeft gehad. Op 8 december 2021 zijn hier nog 52 schriftelijke verklaringen aan toegevoegd.
Op 8 december 2021 heeft het rechtsbijstandsteam de vorderingen toegelicht. Ze wezen er daarbij op dat hoewel zij de juridische onderbouwing gaven van de schade, de nabestaanden die hun spreekrecht hebben uitgeoefend de werkelijke onderbouwing hebben gegeven. Verder verzocht het rechtsbijstandsteam volledige toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
Van 20-22 december 2021 heeft het OM in het requisitoir gereageerd op de vorderingen tot schadevergoeding. Het gaf daarbij hun schatting van de schade en kwam op bedragen van 30.000, 35.000 en 40.000 euro, afhankelijk van de relatie die de nabestaande had met het slachtoffer. Ook verzochten zij de rechtbank om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De verdediging zal in het voorjaar 2022 in hun pleidooi ook mogen reageren op de vorderingen, waarna de partijen nog op elkaar mogen reageren en uiteindelijk de rechtbank in het vonnis zal beslissen of de vorderingen worden toegewezen en welk bedrag dit zal zijn.
2019
De nabestaanden hebben de gelegenheid gehad schadeclaims in te dienen, die zullen worden gevoegd bij de strafzaak.
Verdachten kunnen een advocaat krijgen die de verdediging zal voorbereiden.
Dagvaarding van de verdachten voor de rechtbank. In de tijd tussen het uitbrengen van de dagvaarding en het begin van het proces zet het OM zijn onderzoek voort.
2020
De voorzittende rechter schetste de rechten van de nabestaanden in het strafproces, waaronder het recht om een vordering tot schadevergoeding in te dienen en hun recht om het woord te voeren.
Het Hof heeft zich bevoegd verklaard en geoordeeld dat het Oekraïens recht moet toepassen op de schadevorderingen. De raadsman van de slachtoffers benadrukte voor het Hof dat voor de nabestaanden de vordering tot schadevergoeding een middel is om hun verlies te erkennen en een vorm van genoegdoening.
Tijdens de procedurele fase kan de verdediging voorlopige bezwaren indienen, zoals tegen de onpartijdigheid van de rechters, en verzoeken om aanvullend onderzoek om het dossier van de zaak aan te vullen. Het verdedigingsteam van Pulatov heeft tijdens de gehele procedurefase een groot aantal verzoeken om aanvullend onderzoek ingediend. De rechtbank heeft sommige aanvullende onderzoeken die zij relevant achtte toegestaan. Andere heeft zij verworpen.
Het Hof heeft beslist dat het de slachtoffers niet zal gelasten of opdragen om de overeenkomst met Malaysia Airlines openbaar te maken, maar dat benadeelde partijen die zich voegen in het strafproces, in het kader van hun vordering tot schadevergoeding informatie moeten verstrekken over de schade waarvoor vergoeding wordt gevorderd en over de vraag of en in hoeverre die schade door anderen is vergoed. Vertaald met www.DeepL.com/Translator (gratis versie)
2021
290 schadevergoedingsvorderingen.
Het Hof oordeelde dat de vorderingen ontvankelijk waren en dus deel zouden uitmaken van de inhoudelijke behandeling.
De rechtbank heeft er bij de verdediging op aangedrongen om uiterlijk op 1 november 2021 op de schadeclaims te reageren.
2022
Van de verdediging wordt dan verwacht dat zij in het voorjaar van 2022 haar argumentatie presenteert, het zogenaamde pleidooi.
De aanklager krijgt dan de kans om repliek te voeren.
De verdediging mag reageren in hun dupliek. Indien aanwezig, krijgen de verdachten het laatste woord.
Terug naar boven
De voegingsprocedure valt net als het strafproces waarhet aan toe is gevoegd uiteen in twee procesfasen: de regiefase en deinhoudelijke behandeling.
Toen het OM op 19 juni 2019 bekendmaakte vier personen in gaan vervolgen, zijn de nabestaanden door hun advocaten in het rechtsbijstandsteam geïnformeerd wanneer het strafproces zou starten (9 maart 2020) en hoe zij een vordering tot schadevergoeding bij de rechtbank Den Haag konden indienen met het verzoek dit te voegen met het strafproces.
Tijdens de regiefase van het strafproces is de voegingsprocedure regelmatig aan de orde gekomen. Dit ging voornamelijk over procedurele aspecten, zoals de toegang tot stukken in het dossier en de planning van het indienen en toelichten van de vorderingen tot schadevergoeding. Maar het ging bijvoorbeeld ook over de vraag of de vorderingen het strafproces onevenredig zouden belasten, wat een criterium is voor de ontvankelijkheid van de vorderingen.
Gedurende de regiefase kwam het rechtsbijstandsteam regelmatig aan het woord om te reageren op voor nabestaanden belangrijke aspecten. Daarbij konden de advocaten van de nabestaanden ook de positie van de nabestaanden toelichten. Zo benadrukte het rechtsbijstandsteam op 31 augustus 2020 dat voor de nabestaanden het doel van het proces is om gerechtigheid te krijgen en dat het betalen van schadevergoeding door de daders een vorm van erkenning is voor het verlies.
Toepasselijk recht
Het ging tijdens de regiefase ook over welk recht van toepassing is. Hoewel de vorderingen benadeelde partij worden behandeld tijdens het Nederlandse strafproces in een Nederlandse rechtbank, is niet per se Nederlands recht van toepassing op de vorderingen tot schadevergoeding. Europese Unierecht (de Rome II-verordening) bepaalt dat in beginsel het recht van het land waar de schade is veroorzaakt van toepassing is op een vordering voor schadevergoeding.
Aangezien MH17 in Oost-Oekraïne is neergestort, lijkt het Oekraïense civiele recht dus van toepassing op dit specifieke onderdeel van het proces. Dit betekent dat de Nederlandse rechters Oekraïens recht toepassen bij de behandeling van de schadeclaims. De rechtbank heeft voorlopig geaccepteerd dat Oekraïens recht van toepassing lijkt te zijn, maar zal hier pas in het vonnis een definitieve uitspraak over doen.
De verdediging heeft betoogd dat als het Oekraïens recht van toepassing is op de vorderingen schadevergoeding, de voegingsprocedure een disproportionele belasting op het strafproces is. Zij willen zich namens hun cliënt Pulatov kunnen verweren tegen de vorderingen en zijn het Oekraïens civiele recht niet machtig. De rechtbank was het tijdens de regiefase vooralsnog niet eens met de argumenten van de verdediging, onder meer omdat het gebruikelijk is om buitenlandse expertise in te huren voor vragen die kennis van buitenlands recht vereisen en de verdediging hier voldoende tijd voor ter beschikking had.
Aard van de schadevergoeding
Een van de redenen waarom het van belang is of Oekraïens dan wel Nederlands burgerlijk recht van toepassing is, betreft de aard van de schadevergoeding die wordt gevorderd.
De Oekraïense wet voorziet in twee soorten schadevergoeding wanneer een familielid is overleden: 1) materiële schade, zoals het verlies van bestaansmiddelen en begrafeniskosten; en 2) moral damages (of immateriële schade), zoals de mentale pijn die is veroorzaakt door de dader.
Het type schade waarvoor de MH17-nabestaanden vergoeding vorderen heet onder Oekraïens recht “moral damages” en is vergelijkbaar met wat onder Nederlands recht immateriële schade of smartengeld heet. Volgens Nederlands recht kon ten tijde van de MH17-crash alleen het slachtoffer zelf maar niet de nabestaanden immateriële schade vorderen. Per 1 januari 2019 is dat wel mogelijk maar dit heeft geen terugwerkende kracht. Als Oekraïens recht wordt toegepast kunnen de nabestaanden echter wel moral damages vorderen.
Onevenredige belasting van strafproces
Een van de criteria of de vorderingen ontvankelijk zijn om gezamenlijk met het strafproces te kunnen worden besloten is of de vorderingen niet een onevenredige belasting zijn voor het strafproces. Tijdens de regiefase is ook dit punt behandeld. Het rechtsbijstandsteam heeft daarbij beargumenteerd dat de vorderingen eenvoudig zijn gehouden zodat zij het strafproces niet onevenredig belasten, bijvoorbeeld doordat er geen individuele berekening wordt ingediend per nabestaande, maar dat de vorderingen zijn gebaseerd op een vast bedrag, waarbij de hoogte van het bedrag afhangt van de relatie van de nabestaande met het slachtoffer.
De rechtbank heeft voorlopig beslist dat de vorderingen daarmee het strafproces niet onevenredig lijken te belasten en dat zij ontvankelijk lijken te zijn. De rechtbank beslist hier pas in het vonnis definitief over. De rechtbank onderbouwde dit besluit door aan te geven dat het MH17-proces al omvangrijk en complex is en, in vergelijking tot andere strafprocessen, lange tijd in beslag neemt. Dit maakt dat het toevoegen van de vorderingen tot schadevergoeding niet disproportioneel belastend is: het proces was namelijk al groot en ingewikkeld van zichzelf.
Tijdens de inhoudelijke behandeling onderzoekt de rechtbank de onderbouwing van de vorderingen.
Onderbouwing van de schadevergoeding
Het rechtsbijstandsteam heeft ter onderbouwing van de vorderingen dan ook bewijs toegevoegd over de schade die de nabestaanden hebben geleden en nog altijd lijden. Zo legden de advocaten op 8 december 2021 uit dat wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat iemand verliezen door moord veel zwaarder is om te verwerken en ook dat de houding van de verdachten door het verspreiden van desinformatie en ontkenning het leed ernstig verzwaart. Ze wezen er daarbij ook op dat de wetenschap dit duidelijk aantoont, maar dat de werkelijke onderbouwing van dit argument werd gegeven door de nabestaanden in hun uitoefening van het spreekrecht in het najaar van 2021.
Daarnaast hebben de advocaten bewijs geleverd voor de relatie van elk van de personen die een schadevergoeding heeft ingediend tot een of meerdere slachtoffers. En hebben ze een onderbouwing gegeven voor wat een redelijk bedrag is voor de geleden schade gezien hoe het Oekraïens recht omgaat met vergelijkbare schade.
Invloed van eerdere compensaties op vorderingen
Een ander juridisch punt dat meermaals ter sprake is geweest in zowel de regiefase als tijdens de inhoudelijke behandeling is in hoeverre de schade die van de verdachten wordt gevorderd al vergoed is door anderen, namelijk door verzekeringsmaatschappijen of middels andere juridische procedures.
Volgens het Nederlandse privaatrecht kan het zijn dat als de rechtbank constateert dat de schade al is vergoed, er geen grondslag meer is om de daders te veroordelen voor het betalen van de schade. Hoewel dit onder het Oekraïense recht minder problematisch lijkt te zijn, heeft de rechtbank de nabestaanden toch gevraagd om informatie te geven over welke schade door wie is vergoed. Tijdens de zitting van 8 december 2021 verklaarde het rechtsbijstandsteam dat de verzekeringsmaatschappijen geen uitkeringen hebben gegeven voor moral damages (immateriële schade) en dat deze schade dus niet al is gecompenseerd. Daarbij gaf de advocaat van de nabestaanden ook aan dat het voor de nabestaanden juist van belang is dat de schade door de verdachten worden vergoed (mits zij schuldig worden bevonden) omdat het voor hun een vorm van genoegdoening.
Hierbij is ook van belang welke soort schadevergoeding wordt geëist (zie het deel over de Aard van de schadevergoeding). Het rechtsbijstandsteam voert hierbij aan dat immateriële schade nog niet is vergoed.
Schadevergoedingsmaatregel
Het rechtsbijstandsteam verzoekt de rechtbank om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. Als de rechtbank die schadevergoedingsmaatregel accepteert, wordt de Nederlandse staat verantwoordelijk voor de incasso van de schadevergoeding bij de veroordeelde. Dit wordt uitgevoerd door het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB), de uitvoeringsorganisatie die ook de boetes incasseert voor de Nederlandse overheid.
Als het CJIB het geld ontvangt van de daders, wordt dit overgemaakt aan de nabestaanden. Als er na acht maanden nog niet is betaald, kan het CJIB bovendien (een deel van) de schadevergoeding aan de nabestaanden uitbetalen. Hoe hoog het bedrag is dat wordt uitgekeerd door de Nederlandse staat hangt wel af van waar de verdachte schuldig aan wordt bevonden. Bij moord of doodslag keert de staat de volledige schadevergoeding uit aan de nabestaanden. Mochten de verdachten echter worden vrijgesproken van moord/doodslag maar wel schuldig worden bevonden aan het doen neerstorten van een vliegtuig (artikel 168 Sr), betaalt het CJIB een maximum van 5000 euro uit. De veroordeelden blijven verplicht om het geld te betalen en het CJIB blijft ook proberen dit geld te incasseren.
Terug naar boven
Waar het in de strafzaak zelf gaat om het opleggen van een straf als de verdachten schuldig worden bevonden, gaat het in dit civielrechtelijke deel van de procedure om het opleggen van een schadevergoeding aan de dader, die hij moet betalen aan het slachtoffer of nabestaande om de schade die hij met zijn strafbare feit heeft veroorzaakt te vergoeden. Dat staat dus naast de oplegging van een straf voor het gepleegde strafbare feit.
De vorderingen tot schadevergoeding kunnen alleen worden toegekend als de verdachten schuldig worden bevonden. Anders worden de vorderingen niet-ontvankelijk verklaard. Als de verdachten worden vrijgesproken of worden ontslagen van rechtsvervolging, kunnen de nabestaanden tegen die beslissing in beroep gaan. Pas als de uitspraak dat de verdachten schuldig zijn onherroepelijk is geworden, dus als er geen beroep is aangetekend of na het hoger beroep of incassatie, legt de rechtbank het bevel tot betaling op aan de veroordeelden.
De nabestaanden hebben alleen moral damages gevorderd. Onder moral damages valt de emotionele pijn en het emotionele lijden dat de nabestaanden hebben doorstaan als gevolg van de dood van hun dierbare(n).
Het is onmogelijk om emotionele pijn en leed te vertalen in een exact bedrag aan schadevergoeding en het verlies van een dierbare kan nooit echt worden gecompenseerd. Niettemin kan een vergoeding voor immateriële schade voelen als een erkenning en bijdragen tot een gevoel van rechtvaardigheid.
De rechtbank bepaalt (normaliter) de hoogte van de vergoeding voor immateriële schade op individuele basis, afhankelijk van de aard van de overtreding, de omvang en duur van het fysieke en emotionele leed, de invloed van het leed op de mogelijkheden van de nabestaanden, de mate van schuld van degene die de immateriële schade heeft veroorzaakt, en andere omstandigheden die van belang zijn voor de zaak. Dit is heel ingewikkeld, en er wordt vaak geprobeerd aan te sluiten op eerdere schadevergoeding in vergelijkbare situaties. Dat is voor MH17 moeilijk, omdat Oekraïens recht van toepassing is maar ook omdat het een unieke situatie is.
Gezien de omvang van de groep benadeelde partijen heeft het rechtsbijstandsteam de vorderingen in drie groepen gecategoriseerd waaraan vaste bedragen zijn gekoppeld op basis van de relatie van de nabestaande met het slachtoffer. Volgens het rechtsbijstandsteam zou een passende vergoeding voor deze drie categorieën 40.000, 45.000 of 50.000 euro zijn voor elke nabestaande van elk slachtoffer. Het OM heeft een eigen berekening aangevoerd, waarbij het uitkwam op bedragen van 30.000, 35.000 en 40.000 euro. Het is aan de rechtbank om in het vonnis uit te leggen of de verdachten schuldig worden bevonden en, zo ja, of er ook een vordering schadevergoeding wordt opgelegd en hoe hoog dit bedrag volgens de rechtbank behoort te zijn.
Terug naar boven
Zoals boven besproken kan de rechtbank bij het toekennen van schadevergoeding de schadevergoedingsmaatregel opleggen. Dan wordt het CJIB aangewezen om namens de staat de schadevergoeding te incasseren en dit over te maken aan de nabestaanden, zodat de nabestaanden niet zelf achter het verkrijgen van de schadevergoeding aan hoeven te gaan.
Onder de schadevergoedingsmaatregel valt ook een voorschotregeling. Als het CJIB het geld van de daders heeft ontvangen, maakt het dit over aan de nabestaanden. Als de daders de schadevergoeding niet hebben betaald binnen acht maanden na de dag waarop het vonnis of het arrest in hoger beroep onherroepelijk is geworden, kan het CJIB (een deel van) de schadevergoeding aan de nabestaanden betalen. Hoe hoog het bedrag is dat wordt uitgekeerd door de Nederlandse staat hangt af van waar de verdachte schuldig aan wordt bevonden. Bij moord of doodslag keert de staat de volledige schadevergoeding uit aan de nabestaanden. Mochten de verdachten echter worden vrijgesproken van moord/doodslag maar wel schuldig worden bevonden aan het doen neerstorten van een vliegtuig (artikel 168 Sr), betaalt het CJIB een maximum van 5000 euro uit als voorschot.
De veroordeelden blijven verplicht om het geld te betalen en het CJIB zal ook blijven proberen dit geld te incasseren. Als onderdeel van de Nederlandse staat kan het CJIB ook overwegen dwangmiddelen in te zetten om het bedrag te ontvangen, zoals het leggen van beslag op de bezittingen of het vermogen van de veroordeelden. Aangezien de verdachten in Rusland wonen en hun vermogen zich daar waarschijnlijk bevindt, kan het voor de Nederlandse staat moeilijk zijn om het bedrag van de schadevergoeding te verhalen. Nederland heeft geen bevoegdheden om in een ander land te handhaven. Het zal daarom hierbij de hulp nodig hebben van Rusland.
Het rechtsbijstandsteam heeft de rechtbank verzocht om elk van de verdachten hoofdelijk aansprakelijk te houden voor het gehele bedrag als de verdachten worden veroordeeld tot betaling, omdat zij de schade gezamenlijk hebben veroorzaakt. Dat betekend dat elke veroordeelde dan afzonderlijk aansprakelijk is voor de volledige schade, in plaats van slechts een kwart van de schade in het geval dat alle vier verdachten schuldig worden bevonden.
Terug naar boven
Zoals eerder in dit hoofdstuk is besproken, kan de vraag of de nabestaanden schade kunnen claimen, afhangen van de vraag of de schade al op andere manieren is vergoed, zoals door (de verzekeraars van) Malaysia Airlines of via andere juridische procedures. De wisselwerking met andere juridische procedures is daarom van belang en wordt in hoofdstuk 7 nader besproken.
As in the rest of the EU, the Dutch legal system provides the victim of a crime with the option to claim compensation from the perpetrator. If the victim died, the next of kin can claim compensation. The victim/next of kin can request the criminal court where the suspect is prosecuted to join the compensation claim with the criminal trial, so that they do not need to start a separate civil case against the suspect, with other judges to rule over that case than the criminal trial. This is called an adhesion procedure because the civil law’s compensation claim is joined with the criminal trial.
A total of 301 MH17-next of kin have submitted a compensation claim against the four suspects and requested the Court to consider these claims during the criminal trial.
While chapter 1 discusses the criminal trial as such, this chapter focuses on the compensation claims. This chapter explains what this procedure entails, the actors involved, the timeline, the different stages of proceedings, what remedies the Court may provide, execution of a possible judgment, and interaction with other proceedings.
A victim of a crime that has suffered damages directly caused by the crime is not only a victim in accordance with criminal law, but can also file a claim against the offender as an injured party in accordance with civil law. To facilitate the victims/injured party, the victims (or their next of kin) can request the criminal court whether their civil law compensation claim can be joined with the criminal trial so that they do not have to go to court against the suspects separately. The criminal court can then rule on compensation for the victim of a criminal offence as part of the criminal trial. This is called an adhesion procedure (or adhesive procedure or ancillary proceedings).
In such an adhesion procedure, the victim submits a claim under civil law against the suspect for the damages that directly resulted from the crime. This means that while the judges apply criminal law to consider the guilt of the suspect, they apply civil law to consider the compensation claim. Civil law is the body of law that governs the relations between persons: the suspect and the victim or next of kin.
For a compensation claim to be found admissible, the suspect needs to be found guilty and the victim/next of kin needs to have been affected by the damage directly, as a result from the crime. Moreover, the claim needs to be clear, sufficiently substantiated, and not cause a disproportionate burden onto the criminal trial. The rationale is that when possible, victims or next of kin do not have to go to court separately for the compensation claim. However, if a claim would be legally too complex in comparison to the rest of the criminal trial, the judge in the criminal trial would have to spend a disproportionate amount of time to research the civil claim. Whether a civil claim is deemed to disproportionately burden the trial depends on the circumstances of the case.
For wrongdoings that occurred abroad, European Union law, specifically the Rome II regulation, provides that the applicable law for compensation claims is the law of the country where the damage has occurred. Since MH17 crashed in Eastern Ukraine, in the MH17 trial, Ukrainian civil law therefore seems to apply to this specific part of the trial. This means that Dutch judges apply Ukrainian law to consider the compensation claims.
Since the adhesion procedure becomes part of the criminal trial, the actors present in the criminal trial are also present here. These are discussed in chapter 1. However, in the adhesion procedure, the victim or next of kin has a role different from the role during the rest of the criminal proceedings, namely that of “injured party.”
The Dutch Code of Criminal Procedure and the Ukrainian Civil Code place limitations on those that are eligible to claim compensation as a result of a crime. In the MH17 proceedings, the next of kin claim “moral damages.” This type of compensation can be claimed by the spouse; the partner living with the deceased in the same household; the parents, adopting parents or custodian; the children and adopted children; and the persons living in the same household as the victim.
While according to Dutch civil law, the registered partner and same-sex married partners are also recognized as injured parties, Ukrainian law does not recognize same-sex couples in the same way. This may therefore bar same-sex partners from receiving compensation. The victims’ counsel has therefore argued that Ukrainian law should be interpreted as not distinguishing between partners of equal and different sex. Alternatively, they argue that on this specific point, the Dutch criminal court should set aside Ukrainian law in favor of the fundamental right of equal treatment.
A painful issue for a significant amount of next of kin is that in accordance with both Ukrainian and Dutch civil law, siblings that do not form part of the victim’s household are not eligible to claim compensation. The law does not provide an exception to this rule, even if the siblings have become the caregivers after the victim’s death. During the hearings, the victims’ counsel called attention to the exclusion of siblings that did not share a household with the victims and suggested that the legislator should change this for future situations. In the situation of MH17, they are however not included among those that are eligible to receive compensation from the suspects.
The timeline of the compensation claims formally starts on 13 April 2021, when the first 290 next of kin submitted claims for compensation from the four suspects and these next of kin became "injured parties" in the legal proceedings.
However, before 13 April 2021, the criminal trial regularly addressed procedural aspects with regard to the compensation claims. The timeline for these civil compensation claims thus runs alongside the timeline of the criminal proceedings (see chapter 1).
When the Prosecution announced on 19 June 2019 that they would prosecute four suspects, the next of kin were informed how they could submit a claim for compensation to the Court and request they be joined to the criminal trial.
On 31 August 2020, the Court assumed jurisdiction because they preliminarily believed the compensation claims would not disproportionately burden the criminal trial. The Court moreover considered that Ukrainian law seems to apply to the compensation claims. The Court will give a final decision on these matters in its final verdict.
In its interim decision on 25 November 2020, the Court decided that the victims’ counsel could have access to more documents of the case file, provided they treat them confidentially. They are allowed to discuss the contents of the case file with their clients, but not share the case file itself, because to guarantee a fair trial, the case file and particularly identifying information on the suspects should not become public. The Court moreover decided that they would not order or instruct the victims to disclose the agreement with Malaysia Airlines, but that as part of their compensation claim, injured parties that join the criminal trial must provide information on the harm for which the compensation is sought and whether and to what extent that harm has been compensated by others.
On 13 April 2021, the victims’ counsel submitted 290 claims for compensation against the four suspects.
On 22 April 2021, the Court decided that the claims appear to be admissible, and would thus be part of the merits phase of the criminal trial. The Court will still have to examine the compensation claims fully, including their admissibility, and may therefore in its final verdict still declare them inadmissible.
On 20 May 2021, another nine claims were submitted. In addition, two claims were submitted by next of kin that are not represented by the formal victims' counsel. In total, there are thus 301 claims for compensation that will be discussed during the merits phase of the criminal trial.
7 June 2021 was the start of the merits phase of the criminal trial.
In September and November 2021, 105 next of kin addressed the Court and share how the downing of MH17 has impacted their lives. On 8 December 2021, another 52 next of kin submitted written statements to the Court that were also admitted to the dossier.
On 8 December 2021, the victims’ counsel presented the claims in court. The counsel for the next of kin emphasized that while she pleaded the legal argumentation of the compensation, the next of kin themselves had given the real substantiation in their statements to the Court, each explaining in their own way how MH17 had taken away their loved ones and how this has impacted the many lives of the many next of kin. The victims’ counsel moreover requested the Court to apply the “schadevergoedingsmaatregel” or compensation measure.
In the requisitoir on 20-22 December 2021, the Prosecution responded to the compensation claims. It thereby submitted their own calculation of the damages and also requested the Court to apply the schadevergoedingsmaatregel.
In March 2022, the Pulatov defense will plead their case before Court. In their pleadings, they can also respond to the compensation claims and argue Pulatov’s position. Eventually, the Court will decide in the judgment whether the compensation claims are awarded and, if so, what amount the award will be.
2019
The next of kin had the opportunity to submit claims for damages that will be joined to the criminal proceedings.
Suspects can get a defense attorney who starts preparing the defense.
Summoning the defendants to appear before the district court. During the time between issuing the summons of appear and the start of the trial, the Public Prosecutor continues its investigation.
2020
The presiding judge outlined the rights of the next of kin in the criminal proceedings, including the right to submit a compensation claim and their right to speak.
The Court assumed jurisdiction and considered that it should apply Ukrainian law for the compensation claims. The victims’ counsel emphasized before the Court that for the relatives, the claims for damages are a means to recognize their loss and a form of redress.
During the procedural stage, the defense may submit preliminary objections such as against their impartiality of the judges, and request additional investigations to compete the case file. The Pulatov defense team has made a large number of requests for additional investigations throughout the procedural stage. The court has allowed some additional investigations that it deemed relevant. It rejected others.
The Court decided that they would not order or instruct the victims to disclose the agreement with Malaysia Airlines, but that as part of their compensation claim, injured parties that join the criminal trial must provide information on the harm for which the compensation is sought and whether and to what extent that harm has been compensated by others.
2021
The victims’ counsel submitted 301 claims for compensation against the four suspects.
The Court decided that the claims seem admissible and would thus be part of the merits phase of the criminal trial.
The court will address the next of kin’s claims for compensation.
The next of kin addressed the Court to share the impact that the downing of MH17 had on them.
The Court has urged the defense to respond to the compensation claims no later than 1 November 2021.
2022
The defense is expected to present their argumentation in Spring 2022, called the pleidooi.
The prosecution then gets a chance to respond in their repliek.
The defense may respond to the repliek in their dupliek. The final word is for the suspects (if present) or their lawyers.
Just like the criminal proceedings that this procedure is joined with, the adhesion procedure has two stages of proceedings: the procedural phase and the merits phase.
When the Prosecution announced on 19 June 2019 that it would prosecute four suspects, the next of kin were informed by their victims’ counsel when the trial would start (9 March 2020) and how they could submit a compensation claim from the suspects at the Court of The Hague with the request to join these proceedings with the criminal trial.
Throughout the procedural stage of the criminal trial, the compensation claims were discussed regularly. This particularly related to procedural aspects and scheduling. It also gave the opportunity to the victims’ counsel to explain the position of the next of kin. But it also related to the question whether the claims would disproportionately burden the criminal trial, which is a criterion to declare the claims inadmissible.
During the procedural phase, the victims’ counsel regularly addressed the Court so that they could clarify the position of the next of kin. For example, on 31 August 2020, the victims’ counsel emphasized that for the next of kin the purpose of the trial is to obtain some form of redress, and that the compensation for the damages is a means to recognize their loss.
During the procedural phase, an important topic was what law is applicable to the compensation claims. While the compensation claims are part of the Dutch criminal trial in a Dutch court of law, Dutch law is not necessarily applicable to the compensation claims. European Union law (Rome II regulation) provides that in principle, the law of the state where the damage occurred is applicable to a compensation claim.
Since MH17 was downed in Eastern Ukraine, Ukrainian civil law seems to be applicable to this specific part of the trial. That means that Dutch judges apply Ukrainian law when considering the compensation claims. The Court has preliminarily decided that Ukrainian law indeed appears to be applicable to the case, but will rule on this definitively in the final judgment.
The defense has argued that if Ukrainian law applies to the compensation claims, the adhesion procedure would burden the criminal trial disproportionately. They would like to defend Pulatov’s position but are not familiar with Ukrainian law and this able to do so.
During the procedural phase, the Court for now disagreed with the arguments of the defense that this would make the defense too complicated. The Court among others reasoned that it is not unusual to hire foreign expertise for questions of foreign law and that the defense has sufficient time to do so.
One of the reasons why it is important whether Ukrainian or Dutch civil law is applicable concerns the nature or type of the damages that is requested.
Ukrainian civil law provides for two types of damages when a relative passed away: 1) material damages, like loss of income and funeral costs; and 2) moral damages (or immaterial damages), like mental pain causes by the perpetrator.
The type of damages that the MH17-next of kin claim is called “moral damages” under Ukrainian law. Unlike Ukrainian law, at the time of the downing of MH17, Dutch civil law did not allow for claims for immaterial damages. Dutch civil law does recognize this since 1 January 2019, but this does not work retroactively. If Ukrainian law is applied, the next of kin can claim moral damages.
One of the admissibility criteria for the compensation claims to be considering during the criminal trial or instead have to be submitted separately, is the question whether they burden the criminal trial disproportionately. During the procedural phase of the trial, the victims’ counsel argued that the claims were kept simple so that they would not make the criminal trial too complicated. They have for instance not submitted an individual calculation per injured party (next of kin) but based the claims on fixed amounts, where the amount depends on the relation the injured party had with the victim.
The Court has preliminarily decided that the claims do not seem to disproportionately burden the criminal trial and appear admissible. The Court will decide on this definitively in the final judgment. The Court motivated this interim decision by indicating that the MH17 process is already extensive, lengthy and complex, compared to other trials. This means that adding the claims is not disproportionate: the trial itself was already large and complicated in and of itself.
During the merits phase, the Court examines the substantiation of the compensation claims.
To substantiate the compensation claims, the victims’ counsel submitted evidence about the damage that the next of kin incurred and still incur today. To do so, the lawyers for instance argued on 8 December 2021 that academic research demonstrates that losing someone through murder is much harder to process and that, by denial and spreading of disinformation, the attitude of the suspects seriously aggravates the suffering. They pointed out that science shows this clearly, but that the real substantiation of this argument was given by the next of kin themselves, when they exercised their right to address the Court in the fall of 2021.
The counsel for the next of kin moreover submitted evidence on the relationship between each of the injured parties and one or several of the victims that lost their lives in MH17. They furthermore argued what a reasonable amount would be for the incurred damage on the basis of what compensation would be provided in Ukrainian civil law.
Another aspect that was discussed throughout the procedural stage and continues into the merits stage is the question whether the harm for which compensation is claimed is already compensated by others, such as insurance companies or through other legal proceedings.
According to Dutch civil law, under certain circumstances, a compensation claim may only be awarded to the extent that the damage is not already compensated otherwise. If the damage is compensated, the logic in Dutch law is that there is then no longer damage to be compensated. While this seems to be less problematic under Ukrainian law, the Court did request the next of kin for information on what damages are compensated by whom.
During the hearing of 8 December 2021, the victims’ counsel submitted that the insurance companies did not compensate moral damages and that this type of damage is therefore not compensated. The victims’ counsel thereby emphasized that for the next of kin, it is important that the damage is compensated by the suspects (if they are found guilty), because this is a form of justice for them.
It also matters here what type of compensation is claimed (see Nature of the damages). The victims counsel thereby argue that immaterial damages have not yet been compensated and thus should be awarded if the suspects are found guilty.
The victims’ counsel and the Prosecution have requested the Court to impose the “compensation measure,” in Dutch the schadevergoedingsmaatregel. If the Court agrees and decides this in its judgment, the Dutch state will become responsible for collecting the compensation from the convicted person(s). This is executed by the Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB), the executive organization that also collects fines for the Dutch government.
If the CJIB receives money from the convicted, this money is transferred to the next of kin. If after eight months, the convicted have not paid, the CJIB can moreover pay the next of kin (part of) the compensation. Whether the compensation will be paid in full or in part depends on what crime the suspect is found guilty of. With murder or manslaughter, the state pays the next of kin the entire amount. If the suspects are acquitted from murder/manslaughter, but are convicted of causing a plane to crash (article 168 CC), the CJIB pays a maximum of 5.000 euros. The convicted remain obligated to pay the compensation award even if the CJIB has advanced the payment, and the CJIB will keep trying to collect the money.
Where the criminal trial can lead to a punishment if the suspects are found guilty, the civil law part of the procedure can lead to imposing an obligation onto the convicted of compensation. The convicted has to pay this compensation award to the next of kin to reimburse the damage that he caused by committed his crime. This is therefore a separate remedy from the punishment that the Court can impose for the crimes if they are found guilty.
Compensation can only be awarded if the suspects are found guilty. If they are not, the claims are declared inadmissible. If the suspects are acquitted or discharged from prosecution, the Prosecution can appeal that decision. Only when the guilty verdict is final, so when there has not been an appeal or after a guilty verdict on appeal, will the Court impose an order to pay onto the convicted.
The next of kin claim moral damages. Moral damages are the emotional pain and suffering of the next of kin for losing their loved ones. It is impossible to translate emotional pain and suffering in an exact amount of compensation and the loss of a loved one can never be reimbursed. However, compensation for moral damages may feel like recognition and contribute to a sense of justice.
Usually, the Court determines the amount of compensation for immaterial damages on an individual basis, depending on the nature of the offense, the extent and duration of the physical and emotional suffering, the influence of the suffering on the next of kin, to what extent the suspect has caused the suffering, and other relevant circumstances. This is a very complicated assessment and the Court usually tries to look at similar cases. In this case, this is relatively complicated because MH17 is a rather unique situation and Ukrainian law is applicable.
Given the amount of injured parties, the victims counsel divided the claims in three categories, and connected fixed amounts to each, based on the relationship of the next of kin with the victim. According to the victims’ counsel, a befitting amount for the three groups would be 40.000, 45.000 or 50.000 euros for each next of kin of each victim. The Prosecution submitted their own calculation which amounted to 30.000, 35.000 and 40.000 euros. It is up to the Court to decide in their verdict whether they find the suspects guilty of the indicted crimes and if so, whether they will award compensation and what amount this should be according to the Court.
As discussed above, the Court can impose the schadevergoedingsmaatregel (compensation measure). Then, the CJIB is appointed to collect the compensation on behalf of the state and to transfer it to the next of kin, so that the next of kin do not need to collect the money from the convicted themselves.
The compensation measure includes an advance payment arrangement. If the CJIB has received the money from the convicted, it transfers that money to the next of kin. If the convicted have not paid the compensation within eight months after the verdict has become final (after possible appeal), the CJIB can advance (part of) the compensation to the next of kin. Whether this will be the full amount or up to 5.000 euros depends on what the convicted are found guilty of. If they are convicter for murder or manslaughter, the state advances the entire amount. If they are acquitted of murder/manslaughter but are found guilty of causing a plane to crash (article 168 CC), the CJIB pays a maximum of 5000 euros as advance payment.
The convicted remain obligated to pay the entire award and the CJIB will continue to try to collect the money. As part of the Dutch state, the CJIB may also use coercive measures, such as seizing assets of the convicted. Since the suspects seem to reside in Russia and probably have their assets there, it may be difficult for the Dutch state to collect the compensation if the Court awards it and they do not pay. The Netherlands has no legal power to enforce Dutch law abroad. It therefore will need the assistance of Russia.
The victims’ counsel has requested the Court to decide that if more than one of the accused are found guilty and is ordered to pay, each of the perpetrators can be held "jointly and severally liable" for the total amount since they jointly caused the damage. This means that each perpetrator is then separately liable for the entire damage rather than only a quarter of the damage in case all four suspects are found guilty.
As was discussed earlier in this chapter, whether the next of kin can claim damage may depend on whether the damage was already compensated through other ways, such as by (the insurers of) Malaysia Airlines or through other legal action. The interaction with other legal proceedings is therefore important and discussed in more detail in chapter 7.